Interview met Ostrogoth (Mario Pauwels)

Interviews:Nederlands
  Sylvie Huybrecht    7 maart 2015

Vanavond is het zover: Belgische old-school legende Ostrogoth stelt zijn nieuwe EP 'LastTribe Standing' live aan het publiek voor. We verzamelen ons in drommen voor het podium van De Kreun in Kortrijk, alwaar de band in het kader van 'Up The Belgians' aantreedt, een initiatief van Alcatraz Music waarbij bands van eigen bodem vanaf dit jaar meer aandacht krijgen.

Ostrogoth heeft al een hele geschiedenis geschreven. Bandleden zijn gekomen en gegaan, en vandaag de dag staat -na het recente heengaan van Rudy 'White Shark'- enkel nog drummer Mario Pauwels overeind als mede-oprichter en origineel bandlid. Hij leek ons dan ook de meest aangewezen persoon om met een paar vragen te bestoken.


Op ons skypescherm een vrolijke en goedgemutste Mario, die in zijn beste Gents zijn verhaal doet.

 

Mario, laat ons even de 32 jaar overbruggen die er liggen tussen de EP 'Full Moon's Eyes' -waar alles in 1983 mee begon- en de EP 'Last Tribe standing' waar jullie nu mee uitpakken. Jij als enige kunt die brug maken. Het kan toch niet hetzelfde zijn, toen en nu, de manier waarop de band op het podium staat. Om maar iets te zeggen: wat was de gemiddelde leeftijd toen, en nu?”

“Wel het is inderdaad 32 jaar geleden dat die EP op de markt gekomen is, maar voor 'Full Moon's Eyes' was het eerste materiaal eigenlijk al geschreven in 1981, toen Hans 'Sfinx' gekomen is. Ook Marnix 'Bronco', onze bassist, was er toen al bij. Rudy 'White Shark' is er in 1982 bij gekomen, we hebben onze zanger ingeruild voor Mark en met die bezetting hebben we onze debuut EP gemaakt. We waren toen even ambitieus als nu, maar we waren allemaal min of meer leeftijdsgenoten -gemiddelde leeftijd zal 24 of 25 jaar geweest zijn- en we luisterden allemaal naar dezelfde muziek, de New Wave of British Heavy Metal. Dat was toen nieuw. Acht jaar daarvoor speelde ik als jong ventje al samen met Marnix en Jean-Pierre vrij harde muziek met Deep Purple invloeden maar zonder de keyboards. Het was Jean-Pierre die op een dag kwam aanzetten met 'Unleashed in the East' van Judas Priest, en we waren direct verloren. We haalden er een tweede gitarist bij om naast hard ook melodieuzer te kunnen klinken. Allemaal waren we aanhangers van die muziek, enkel die muziek, en dat schiep een band. Vandaag de dag is dat anders. Iedereen luistert naar goede muziek, maar de smaken lopen meer uiteen.

In die tijd waren we ook 'nieuw'. In België was heavy metal spelen toen not done, het werd geassocieerd met Satan en alles wat negatief was. Wie een lederen vest droeg op straat, werd om de haverklap tegengehouden voor een identiteitscontrole. Maar we outten ons gezamelijk als stoere rockers en de saamhorigheid was groot. Samengevat: toen waren we pioniers, we waren allemaal ongeveer even oud, en we werden anders bekeken toen dan nu. We 'durfden'. Vandaag de dag zijn metalbands volledig aanvaard. Metal maakt deel uit van het straatbeeld en het rebelse is er van af. We hadden in die tijd ook heel veel inspiratie, omdat we er echt voor gingen en door die nieuwe stroming echt gedreven raakten.

Nu staan we een stuk bedachtzamer op het podium. Er zitten nu jongere mensen in de band die elementen uit andere stijlen zouden kunnen aanbrengen, maar we hebben op voorhand afgesproken dat we dat niet zouden doen, en dat we zo dicht mogelijk bij de oude Ostrogoth zouden blijven. Een geleerde les na ons laatste album van 27 jaar geleden, waar afgeweken werd van het vast geluid. Het heeft nieuwe fans opgeleverd maar het heeft ook veel oude fans doen afhaken. We wilden dus niet dezelfde fout maken, en daarom hebben alle nieuwe bandleden zich in zekere zin wat moeten aanpassen aan die oude stijl van Ostrogoth. Maar ik denk dat we er in geslaagd zijn die stijl te behouden zonder drastische afwijkingen. Het titelnummer 'Last Tribe Standing' is wat dat betreft nog het meest experimentele. Daar hebben we ons een beetje laten gaan. We mogen ons ook niet volledig afsluiten voor wat nieuwere dingen. Maar het moet steeds Ostrogoth blijven.”

 

Heb jij dan een waakhondfunctie binnen de band? Erover waken dat de diverse invloeden niet teveel binnen sluipen?”

“Bwa, 't is nu niet dat we elkaar er aldoor op moeten wijzen van 'hola dat kan niet'. We staan ook wel open voor wat nieuwe dingen, maar 'Last Tribe Standing' is ergens ook wel een comeback EP, en dus wilden we verwijzen naar vroeger. Dat was het compromis. Maar wie weet wat er in de toekomst kan gebeuren.”

 

Uit een ander interview verstond ik tussen de regels inderdaad dat er eigenlijk wel al meer materiaal geschreven is, maar dat er vier nummers geselecteerd zijn geweest die het beste pasten bij de live tracks van de oude nummers, die ook op de EP staan'. Dat wil eigenlijk zeggen dat de rest meer afwijkt ...”

“Dat klopt, maar daarenboven waren deze vier nummers ook op en top af, terwijl het ander materiaal nog wat afwerking vraagt, waar we alle kanten mee uit kunnen. Het waren ook de vier nummers waar we als band allemaal echt achter stonden. Het is waar dat ze tegelijk misschien het dichtst bij het oudere werk liggen, op het titelnummer na dan. 'The Clouds' zou de 'Rock Fever' van toen kunnen geweest zijn-, en dan heb je 'Return to the Heroes' Museum', dat een vette knipoog is naar 'Heroes' Museum', want het lijkt erop, maar het is onderliggend ook een soort signaal van de jongere bandleden uit dat ze het oudere materiaal respecteren, in de vorm van een soort ode.”

 

Wat is vandaag de dag eigenlijk dan nog het doelpubliek van Ostrogoth? De fans van het eerste uur, die er toen al bij waren, zullen uiteraard blij zijn met het trouw blijven aan de oude sound. Maar de jongere generaties moeten ook nog mee willen.”

Wel, het is ons de laatste tijd erg opgevallen dat er zelfs in het buitenland -Italië, Zwitserland, Oostenrijk- jongeren van 17, 18 jaar vooraan in de rij staan die de oude nummers ook meezingen. We zijn daar echt aangenaam door verrast. Soms is dat met hun pa of grote broer ernaast, maar in ieder geval stonden ze mee te zingen. Dat heb je nu ook wel de dag van vandaag natuurlijk, dat de ouders die muziek doorgeven aan hun kinderen. In onze tijd had je dat niet. Wij zijn opgegroeid met jazz en The Beatles, maar wij moesten onze eigen erfenis creëren. De jongeren van vandaag luisteren naar de platen van hun vader en houden ze in eer. Wij konden dat destijds niet. De media speelt natuurlijk ook een zeer grote rol nu. Muziek is veel wijder verspreid, ook die van toen. Iedereen kan alles makkelijk terugvinden en beluisteren. Wij moesten vroeger onze plaat gaan kopen om ze dan grijs te draaien op onze pickup, uren aan een stuk, steeds maar diezelfde plaat. Nu is het surfen naar youtube, tracks naar elkaar doorsturen en iedereen is snel mee. In die zin wordt ook het oude materiaal van Ostrogoth herontdekt door de nieuwe generatie. Zo hebben we een kliekje Griekse fans leren kennen op ons concert in de Biebob, die zweren bij de New Wave of Britisch Metal, hoewel ze amper een jaar of 20 zijn. In het kort: ons publiek verjongt zich, door de invloed van de media en die van grote broer of papa.

 

Nu is het zo dat de reunies die er gekomen zijn er nochtans telkens zijn gekomen nadat een derde jullie ertoe had aangespoord. Het lijkt alsof er van de band zelf uit eigenlijk niemand met dat plan speelde. En dan nu toch weer zo gedreven?”

“Dat is halvelings waar. We zijn eigenlijk gestopt in 1988. In 2002 kreeg ik telefoon van ons aloud label Mausoleum, dat ze een jubileum concert planden, en een soort allstarband wilden samenstellen met bandleden van verschillende bands van toen. Ik werd gevraagd als drummer. 'Waarom ook niet', dacht ik, maar naarmate het gesprek vorderde bleek men ook nog op zoek te zijn naar een gitarist, en vroeg men me of ik misschien iemand kende. Ik vertelde meteen dat ik Rudy nog zag. En Marnix ook nog. Aan de andere kant van de lijn werd het stil. Toen stelde men de reunie voor. Ik heb daar dus wel degelijk zelf de boel in de juiste richting gestuurd. Had ik gezwegen toen men mij vroeg of ik een gitarist kende, hadden we wellicht een allstarband gehad. Onze bassist had 16 jaar niet gespeeld. Maar dankzij dat 'vonkske' was iedereen er voor te vinden, en het is een erg plezant optreden geworden, met in het zog daarvan nog wel enkele optredens. Maar toen hadden we weer pech met onze zanger, en bloedde de band weer dood.

In 2004 kwam ik via Rudy in contact met de organisator van het KIT (Keep it True) festival in Duitsland, dat bekend staat voor zijn oldschool groepen. Hij vroeg ons te komen, maar ik kreeg de band niet mee. Ook de jaren erna bleef hij zijn vraag herhalen, maar moesten we passen. Tot hij in 2008 zei 'desnoods kom je alleen met de zanger'. Maar dat bleef het heikel punt. Het boterde niet meer tussen onze oude zanger en Bronco en Rudy. Ik heb er toen enorm moeten achter zitten, om toch iedereen opnieuw mee te krijgen toen er zich een nieuwe gelegenheid voordeed, namelijk Ages of Metal in 2010. Maar daar hebben we een beetje een valse start genomen. Muzikaal gezien was het een optreden om snel te vergeten.

In 2011 verliet onze gitarist ons dan, en toen heb ik Dario Frodo gebeld, die eigenlijk in een progmetal band speelde. Intussen kreeg Rudy een werkongeval waarvan hij maandenlang moest herstellen. Dus maar weer wachten: samen uit, samen thuis. In 2012 begonnen we opnieuw te repeteren, en jawel, toen deed onze zanger weer moeilijk. Op dat punt hebben we gevraagd aan Josey om te komen zingen. Vanaf dan was de trein in feite vertrokken. We hebben eindelijk op KIT kunnen spelen in 2012 en dat is heel goed meegevallen. Het was afwachten of het publiek de nieuwe zanger zou aanvaarden, maar dat is dus een meevaller geweest.

Kortom: we hebben een duwtje nodig gehad, maar ik heb er ook persoonlijk heel hard achter gezeten om daadwerkelijk dingen te laten gebeuren.

Het is nu voor mij een echte opluchting dat die problemen om de oude leden steeds opnieuw te motiveren, achter de rug zijn. De nieuwe leden gaan ervoor en dragen een groot stuk van de band, zoals wij het deden toen we jonger waren. We hebben nu terug een band met mensen die bereid zijn prioriteit te geven aan Ostrogoth. Dario schrijft een groot deel van de nummers, en dat gaat goed, omdat hij ook wel een aanhanger is van de New Wave of Britisch Metal. We doen er elk ons ding mee en binden het geheel aan elkaar.”

 

The Last Tribe, wie zijn dat eigenlijk?”

“De tekst gaat eigenlijk over het metalvolk. We zijn één. Maar de Ostrogoten waren ook een stam natuurlijk. Daarom vond ik de titel niet slecht. Plus er zit een verwijzing in naar mijn liefde voor de Indianen. De 'tribe': alles delen, vechten tegen andere tribes. Josey heeft dat met zijn tekst een beetje opengetrokken. Onze metal'tribe', het volkje dat altijd gediscrimineerd werd: we zijn nog altijd met velen. Ze krijgen er ons niet onder. United we stand.”

 

De officiële voorstelling komt er nu aan. Opnieuw moeten de fans een nieuw bandlid verwelkomen. Slaat de schrik je nooit om het hart, dat het eens één keer te veel gaat zijn? Dat de fans zich gaan afvragen wie dat nu eigenlijk nog zijn, Ostrogoth?”

“Er zijn er veel die de nieuwe bassist al gezien hebben he ... Ah (slaat zich op het hoofd) maar je bedoelt natuurlijk de nieuwe gitarist! Rudy is vervangen, ik besef het nog bijna niet ... . Nuja, de fans weten wel hoe dat gegaan is. Feit is dat er sinds ons optreden op EMM in 2013 alweer twee nieuwe leden zijn. Je opmerking is terecht, we zullen zien hoe de ontvangst is.”

 

Hoe zou je zelf het nieuw album promoten?”

“Het zijn vier leuke nieuwe nummers, maar ik hoop dat we nog een stuk verder zullen kunnen gaan in de toekomst, dan deze vier. 'Last Tribe Standing' geeft vooral een mooi overzicht van de carrière van Ostrogoth, waarbij de link wordt getrokken van de oude nummers naar de jonge fans. De live nummers zijn met bezieling gebracht: nummers van vroeger met de band van nu. Een cadeau voor de oude fans en voor de nieuwe.”

 

Merci Mario voor 'den babbel', en tot in de Kreun!

Ostrogoth web