MOIRAI – Blood Treasure, Woven Fates (Kunsthall Produktionen/ Suburban)

Review:CD-reviews buiten BeNeLux
 Koen Asaert    31 januari 2023

Met "Blood Treasure, Woven Fates" neemt MOIRAI ons mee op een boeiende reis door de Germaanse ruimte en tijd.


Het epische verhaal van de held Sigurd gaat wellicht terug tot de migratieperiode, die begon met de Hunnen die Germaanse stammen naar de gebieden van het late Romeinse Rijk dreven, dat al verzwakt was door interne strijd tot het viel. Wat zijn oorspronkelijke verhaal ook was, het werd door de eeuwen heen steeds opnieuw vormgegeven totdat een versie ervan ten laatste ten tijde van de Vikinguitbreidingen het Noorden bereikte, en uiteindelijk werd opgeschreven door christelijke monniken in de middeleeuwen. In hun muzikale hervertelling "Blood Treasure, Woven Fates" verbindt MOIRAI het heden met een tijdperk van draken, zwaarden, oude goden, valkyries en helden door hun spannende voordracht van Oud-Noorse literaire monumenten - en laat ons oude emoties ervaren die anders verborgen blijven door de sluiers van de tijd.

MOIRAI was oorspronkelijk als een Amerikaans-Zwitsers duo dat liedjes maakt in de context van "Alte Musik" ("oude muziek"). De prachtige stemmen van Hanna Marti en Mara Winter werden gecombineerd met een spaarzaam maar zeer effectief gebruik van akoestische instrumenten. Naast hun zang speelt Hanna lier en Mara fluit, wat ze ook doet in een onlangs begonnen residentiële rol in Sangre De Muerdago. Ze breidden uit tot een trio toen de Franse musicus Félix Verry toetrad en zijn subtiele vioolspel in de groep inbracht. Mara Winter was voorheen zangeres en toetsenist in de Cascadische black metal band Eigenlicht, voordat ze in oktober 2015 van Olympia, USA naar het Zwitserse Basel (CH) verhuisde om samen met Hanna MartiMOIRAI te vormen. Hanna treedt regelmatig op met het legendarische middeleeuwse muziekensemble Sequentia. Félix en Mara hebben samen ook drie albums uitgebracht als het experimentele dungeon synth duo Urghun.

MOIRAI is gespecialiseerd in de muzikale schatten van de middeleeuwen met een focus op wat verloren is gegaan in de tijd, lang voordat de huidige notatiesystemen in gebruik kwamen en waarvan alleen prikkelende glimpen overblijven. Het unieke trio gebruikt originele geschreven bronnen en mondelinge tradities, die ze artistiek interpreteren en respectvol opnieuw combineren.

"Blood Treasure, Woven Fates" is daarvan een fascinerend voorbeeld. Op hun nieuwe album brengt MOIRAI een oud verhaal weer tot leven dat zij uit oude IJslandse manuscripten hebben gehaald en in de oorspronkelijke taal uitvoeren. Op acht van de tien nummers van het album zingen ze over de held Sigurd, die de draak Fafnir doodt en een vervloekte schat van rood goud wint. Ze zingen ook over een bittere vete tussen twee machtige vrouwen, Brynhild en Gudrún, en dodelijke intriges aan het Bourgondische hof die er uiteindelijk toe leiden dat drie koningen hun verschrikkelijke lot tegemoet gaan in de zalen van Atli, koning van de Hunnen.

Maar hoewel "Blood Treasure, Woven Fates" stevig geworteld is in de oud-IJslandse taal en literatuur, hanteert het trio een veel breder perspectief. Het verhaal van Sigurd is afgeleid van veel oudere Germaanse bronnen die ook het Middelhoogduitse epos "Het lied van de Nibelungs" hebben geïnspireerd. Dit gedicht werd opgeschreven rond het jaar 1200, en is dus bijna contemporain met het 13e eeuwse IJslandse manuscript Codex Regius dat MOIRAI ter voorbereiding van dit album gingen bestuderen in Reykjavik.

Terwijl ze in IJsland waren, bestudeerden MOIRAI ook het latere IJslandse type rímur-poëzie dat waarschijnlijk in de 14e eeuw begon en duurde tot de vroegmoderne periode - en zelfs een moderne opleving onderging in de populaire muziek. In een parallel met het verhaal van de drakendoder Sigurd dat tegelijkertijd in IJsland en onder de naam Siegfried in continentaal Europa werd verteld, creëerde MOIRAI een muzikale weerspiegeling van deze culturele connecties door melodieën en patronen uit de rímur-traditie te vermengen met het monofone lied dat in de 13e eeuw in Europa populair werd. Dit proces legde de basis voor "Blood Treasure, Woven Fates"

 

 

Met het eerste (Völuspá I) en het laatste nummer (Völuspá II) plaatst MOIRAI hun verhaal in een kader dat is opgebouwd uit regels uit het profetische Oudnoorse gedicht "Völuspá" ("De profetie van de Zieneres"). Mijn Oudnoors is op zijn zachtst gezegd niet zo goed maar gelukkig is er in het mooie booklet ook een Engelse vertaling voorzien van dit gedicht. Voor moderne oren, is deze erg monofone, minimalistische versie, een stap in het onbekende. Sigrdrífa gaat over de betovering van Sigurd en over runes. Ook hier wordt dit gedicht gebracht in een sober uitvoering. De zang wordt slechts begeleid door een fluitinstrument. Zo komt het geheel eerder over als een klaagzang.

Het hoge fluitspel van de benfloyta ( een ‘beenfluit’ gemaakt van rendierbot) in het instrumentale Rúnar kan vele luisteraars op de zenuwen werken. En ook ik mis hierbij snaar- en percussieinstrumenten. Brynhildr ok Sigurðr telt een uitgebreider Oud-Scandinavisch instrumentarium, waardoor het lied meer schwung heeft. Guðrún is een veel uitgekleder, monofoon poëziestuk. Eiða svarna is een instrumentaal stuk dat wordt gespeeld op, wat op de seljefloyta. Helreið (Brynhildr’s Journey To Hell) is gebrouwen volgens het recept van de meeste van de liederen op dit album en zorgt voor een groot déja-vu gevoel.

At Gunnars Höllo (To Gunnar’s Hall) is eeen instrumental met lier, viéle en fluit. Atli, zal wel een mooi voorbeeld zijn van hoe middeleeuws Scandinavische muziek klonk, maar persoonlijk mis ik het oerelement in dit lied. Zoals reeds eerder vermeld is Völuspá II het laatste nummer en maakt hiermee de cirkel rond.

Conclusie:
“Blood Treasure, Woven Fates” van MOIRAI wordt gedomineerd door prachtig maar eenstemming vrouwengezang dat voornamelijk ondersteund wordt door een oud-Scandinavisch of middeleeuws fluitinstrument en slechts hier en daar begeleid door een oud snaarinstrument. MOIRAI brengt Nordic folk en Germaans-Scandinavische middeleeuwse muziek, maar dan wel op een heel andere en veel ingetogenere, breekbaardere wijze dan bijvoorbeeld Heilung, Wardruna of Corvus Corax. Maar net zoals voornoemde groepen, gebruiken ze ook oude traditionele noorderse en middeleeuwse insstrumenten. Het gebrek aan percussie-instrumenten maakt het voor mij moeilijk toegankelijke en soms ook wel wat saaie muziek. MOIRAI werkt teveel volgens dezelfde formule, waardoor ik het lastig vindt, het hele album te beluisteren. Wat wel superinteressant is , zijn de Oudnoorse teksten en hun Engelse vertaling.
 


Of Mice & Men

Posted by Snoozecontrol on Wednesday, 25 March 2015