W-Festival 2022, dag 4 – 27/08/2022

Review:Festivals
 Koen Asaert    30 augustus 2022

De vierde dag van het nostalgisch W-Festival 2022 met de voeten in het zand en fijne bands uit de jaren 80 en 90.


Foto: W-Festival / Patrice Hoerner

Ik had niet veel verwachtingen van Cutting Crew maar deze poprockband was verrassend goed. Bovendien is de zanger nogal een grapjas. Zo vroeg hij om handdoeken op het podium omdat het warm was en grapte dat hij ook mannensokken aanvaardde. En zei hij dat het voor hem als klassiek getrainde zanger nog zeer vroeg in de ochtend was, maar dat hij een speciale thee had genomen. De set begon met Climb Aboard (Walk On), Any Colour en One For The Mockingbird. I've Been In Love Before was een hit in de VS. No Problem Child kondigde zanger Nick Van Eede als een 'posh song' , geschreven voor zijn dochter toen ze een tiener was, 20 jaar geleden. One I Love is een mashup van The One I Love van R.E.M. met reggae vibes. Keep The Car Running was een geslaagde cover van Arcade Fire. Daarna volgde Berlin In Winter. Waarna ik voor het eerst in lange tijd eindelijk nog eens kon genieten van een lange, ouderwetse gitaarsolo. Afsluiten deed Cutting Crew met hun grootste hit I Just Died In Your Arms Tonight. Nick Van Eeede nam afscheid met de woorden “See You Next Year”. Betekent dit dat Cutting Crew volgend jaar weer present zal zijn op W-Festival?

 

Foto: W-Festival / Patrice Hoerner

De Britse danspopgroep Londonbeat vingen direct na de intro aan met I’ve Been Thinking About You,wat een ideale start betekende om het publiek mee te krijgen. Andere hoogtepunten van hun set waren Return Of The Mack, You Bring On The Sun en Stand By Me. De groep had vooral succes in de vroege jaren 90. Maar had ook geen probleem dit 80ies publiek te enthousiasmeren.

 

Foto: W-Festival / Patrice Hoerner

Ik ben geen hiphop liefhebber maar voor het eclectisch geluid van het sociaal bewogen live hiphopcollectief Arrested Development maak ik graag een uitzondering. Ze begonnen weliswaar met minder bekende nummers (Swing ‘Em, Back Down, Give A Man A Fish, Revolution, Fishing For Religion,…) waardoor ze het publiek niet meteen meekregen. Maar dat veranderde door hun jamsessie met knipoogjes naar Kriss Kross en House Of Pain, de performance van hun hits Mr. Wendell, Tenessee en People Everyday en de vele jump-jumps, hey’s en ho’s.

Deacon Blue vond ik niet interessant (en ik was niet de enige). Wat Cock Robin betreft moet ik toegeven dat deze band bestaat uit goede muzikanten, een goede zangeres en een geweldige zanger. Maar de nummers zijn grotendeels inspiratieloze poprock met uitzondering van de briljante song The Promise You Made.

 

Foto: W-Festival / Patrice Hoerner

ABC is ook poprock, maar dan van een hoger niveau. De band startte sterk met When Smokey Sings. Na het minder gekende Show Me, schoten ze met Poison Arrow in de roos. That Was Then, Flames of Desire en Millionaire hielden het tempo erin. Met King Without A Crown en Night You Murdered Love bereikten ze een nieuw hoogtepunt. Tears Are Not Enough en All Of My Heart leken eerder enkel bij de die-hard fans bekend. Met Look Of Love eindigt de set in een climax.

 

Foto: W-Festival / Patrice Hoerner

Tony Hadley werd door een collega omschreven als een menselijke jukebox. De voormalige Spandau Ballet frontman ving aan met Instinction, een goede song maar zonder dat aha-gevoel. To Cut A Long Story Short kende dan weer veel bijval van het publiek. Chant N°1 werd ook door velen herkend. Only When You Leave en Because Of You waren wederom uitstekende nummers, maar zonder die herkenbaarheidsactor. Through The Barricades is daarentegen een Spandau Ballet klassieker, die door de meesten erg gesmaakt werd. Hadley waagde zich aan een redelijke coverversie van Radio Ga Ga van Queen. Voor mij had dit niet gehoeven want de man is geen Freddy Mercury. Gelukkig volgden Mad About You en vooral de Spandau Ballethits True en Gold. Dit was een geslaagd optreden van één van de belangrijkste figuren uit de new romantic beweging.

Aan Del Amitri wens ik niet veel woorden aan vuil maken. Het was gewone heel erg saaie rock met folk- en countryelementen. Dit was een optreden om snel te vergeten.

Headlner UB40 met Ali Campbell brengt een mengeling van pop en reggae en scoorde heel wat hits, in thuisland het Verenigd Koninkrijk, maar ook bij ons. Ze begonnen met het minder bekende Here I Am. The Way You Do The Thing You Do klonk me al wat bekender in de oren. Ali Campbell is nog zeer goed ter stem, maar hij zocht geen contact met het publliek. Het was vooral de drummer die het publiek toesprak en de sfeer hoog probeerde te houden. Dat publiek wachtte vooral op de wereldhits van UB40. Na Homely Girl, Grooving , Cherry O Baby, One In Ten volgde een cover van Purple Rain van Prince. Wat een moedige, maar toch niet echt geslaagde poging was. De ongeduldige massa moest nog I’ll Be There en Many Rivers ondergaan, tot eindelijk Kingston TownCan’t Help Falling In Love en Red Red Wine aan de beurt kwamen. Van zodra hij kon vluchtte Ali Campbell weg, de band achterlatend die het publiek toch nog met een goed gevoel naar huis wilden sturen. En overigens is het onbegrijpelijk dat de fotografen geen foto’s mochten nemen van het optreden van UB40.

Conclusie:
Met uitzondering van het oninteressante Deacon Blue,het ronduit saaie Del Amitri en het inspiratieloze Cock Robin, heb ik niets anders dan goede tot zeer goede optredens gezien op deze vierde dag van W-Festival van artiesten die toch al een zekere leeftijd hebben. De eighties poprockers van Cutting Crew, ABC en Tony Hadley en band zetten alle drie een sterke performance neer. De jaren 90 waren uitstekend vertegenwoordigd door de danspop van Londonbeat en de eclectische hiphop van Arrested Development. En de headliner, reggaepopband UB40, koos het moeilijke pad met veel minder bekende nummers, maar leverde al bij al een meer dan degelijke show af.
 
 
Foto: W-Festival / Oliver Rasti