O SAALA SAKRAAL – Etmaal (Cyclic Law/ Suburban)

Review:CD-reviews uit BeNeLux
 Koen Asaert    1 april 2022

O SAALA SAKRAAL is een nieuw collectief onder leiding van voormalig Hadewych-lid Peter Johan Nÿland, ook recent lid van Trepaneringsritualen. “Etmaal” is de eerste in een reeks verkenningen die willen dienen als een kanaal tussen het etherische en het chthonische, het heilige en het profane, de binnenste zwarte put en de buitenste witte zon.


Het album volgt het circadiane pad als analoog aan de openbaring van het werkelijke zelf, met de zon als het omgekeerde oog dat alle dingen in hun tijdelijkheid onthult, tegenover het eeuwige innerlijke zwart van de nacht. Plotselinge overgangen tussen dwingend percussief hameren en scherpe boreale dronestukken proberen kosmische gebeurtenissen te spiegelen; van glaciale bewegingen tot kloppende interpunctie en plotselinge dood en met elk opgelost einde ontstaat een nieuwe spanning en een poging om te reinigen en dieper te graven met de bedoeling om uiteindelijk bij de innerlijke opruiming aan te komen. I

p dit album is O Saala Sakraal een vijfkoppige outfit die bestaat uit vier percussionisten; Scramasax (Volksweerbaarheid/Hadewych/Distel), Rene Aquarius (Dode Neanderthalers, Fantoom, Krishna), Patricia Manko (Hadewych), Donné Brok (Donné Et Desirée) en Peter Johan Nÿland(Distel, Hadewych), de laatste die tapes en pianosnarige percussie-instrument "draak" bespeelt, naast reguliere percussie. De groep kwam voor het eerst samen voor een serie shows als Hadewych met een uitgebreide percussiesectie, maar het werd al snel duidelijk dat de stukken - deels gecomponeerd, deels geïmproviseerd - een eigen rijk claimden en wegdreven van het algehele geluid van Hadewych, naar iets meer monolithisch, mystiek en ondoorzichtig.

 

 

Dit is een hele uitleg om dit vreemde album te beschrijven dat slechts 2 lange nummers – of zullen we het hoofdstukken nummer – telt. Stasis is het eerste langgerekt geluidsexperiment met vreemde geluidsopnames, tribaal aandoende percussie en spookachtige stemmen. Het lijkt soms of de muzikanten zomaar wat doen, maar ik heb het gevoel dat dit meer is dan improvisatiekunst. En dat men daadwerkelijk een soort rode draad volgt. Naar het einde toe van het nummer lijkt het zelfs of een zwerm mechanische bijen losgelaten werd op het kerkhof. Lilit voegt daar ook nog donkere poëzie, half-mechanische meditatieve chants. Het einde vind ik het interessantst omdat dat me doet denken aan Nordic folk.

Conclusie:
O SAALA SAKRAAL brengt op “Etmaal” bevreemdende auditieve kunst bestaande uit bizarre geluidsopnames, prikkelende percussie, spookachtige stemmen, donkere poëzie en een zogenaamde ‘draak’.