Af en toe kom je interessante dingen tegen. Dit keer zag ik een collega reviewer (en muzikant) die een nieuwe hobby heft gevonden en wiens recent werk werd gebruikt als hoes voor een andere gewezen collega. Omdat ik beide heren al lang ken leek me het gespast om toch eens een goed gesprek te hebben en daarbij wat te grasduinen doorheen het verleden ... Het werd een zeer wijs en inspirerend interview, geniet!
Lang geleden zaten we eventjes in hetzelfde schrijversteam (dat van Side-Line); was dat ook je eerste ervaring als “reviewer”?
Absoluut. Als 23 jarige schreef ik in 1991 mijn eerste bespreking voor Side-Line. Ik kan me niet herinneren over welke productie die bespreking ging, maar het was eerst en vooral de vervulling van een ‘oude’ droom. Als 17-18 jarige zat ik met het idee om zelf een ‘fanzine’ (voor jongeren van vandaag zal dat als een vreemd woord klinken, maar toen bestonden er kleine gefotokopieerde magazines die vooral in underground genres furore maakten) op te zetten.
Via briefwisseling nam ik voor mijn eerste interview contact op met Marc Verhaeghen van The Klinik, maar ik kreeg nooit enige reactie terug. Hoewel ik die gast altijd al een fantastische artiest/componist heb gevonden was hij niet meteen makkelijk bereikbaar met als gevolg dat ik mijn plannen meteen terug in de kast heb opgeborgen. Maar de opzet bleef in mijn achterhoofd wel spoken en enkele jaren nadien kwam ik op een optreden in contact met Side-Line dat vrijwel een van de eerste fanzines was in de Electro/Industrial/Gothic scene. Ze zochten nog medewerkers en ik vervoegde vrij snel de kleine ploeg die we toen vormden. En om het verhaal helemaal af te maken heb ik enkele jaren nadien een paar interviews gemaakt met Marc Verhaeghen;-).
Side-Line ging op een zeker moment over van papieren versie naar online versie, hoe kijk je terug op die verandering?
Dankzij de samenwerking met Duitse uitgevers (Celtic Circle Productions en nadien Orkus) konden we uitgroeien tot een echt magazine. Enkele succesvolle jaren later namen we zelf het roer in handen waardoor we volledig onafhankelijk werden, maar dat kostte natuurlijk geld. Voor een Belgisch magazine in het Engels uitgebracht was het onmogelijk om subsidies vast te krijgen en sowieso is België niet meteen het land dat het culturele leven zwaar ondersteunt.
Wij brachten Side-Line uit dankzij de sponsering (lees advertenties) van labels en soms ook artiesten. Deze advertenties brachten ons voldoende centen op om alles zelfstandig uit te brengen en er nog een gratis verzamel-CD aan toe te voegen. Maar de vette jaren bleven niet duren en het werd hoe langer hoe moeilijker om voldoende kapitaal te verzamelen. Het was altijd stress en heel wat gedoe om het budget bijeen te krijgen. Ondertussen waren we ook al een hele poos bezig met het ontwikkelen van een online magazine.
Toen onze hoofdrédacteur, Séba Dolimont, eind 2007 besliste om ermee te kappen en zich uitsluitend op het Alfa Matrix-label te richten, besloten Bernard Vanisacker en ikzelf om verder te gaan met het online formaat.
Dankzij Bernard bestond dat dus al enkele jaren en konden we gewoon verder bouwen op het bestaande online magazine. Doorheen de jaren is Bernard een veel besproken figuur geworden in de scene, maar een ding moet men in hem erkennen; hij is altijd iedereen voor geweest! Hij was bij de eersten die begrepen had dat alles zich online zou gaan ontwikkelen. Vandaag lijkt dat evident, maar pakweg 20 jaar terug waren het profetische woorden. Zo werd hij nog later door menige label eigenaars en artiesten uitgespuwd als hij beweerde dat digitale muziekplatforms de toekomst zouden worden en de fysieke verkoop zou ineenstorten. Sommigen die hem publiekelijk aan de schandpaal hadden genageld namen nadien stiekem met hem contact op om te polsen hoe ze best die overgang zelf konden maken.
Als ‘old-school’ liefhebber mis ik de tijd van de gedrukte magazines; de geur, het bladeren, het kunnen vastnemen etc etc… dat had een zekere charme dat online platforms niet hebben. En vooral het laat ook iets achter in de tijd. Die magazines heb ik nog allemaal thuis liggen (weliswaar in mijn kelder), maar de inhoud van wat alles wat op onze site stond toen de server enkele jaren terug crashte is gewoon verdwenen; jaren werk dat als rook in de lucht is opgegaan.
Ik neem aan dat je nu enkel de focus legt op het schrijven van de reviews en dat iemand anders het nodige doet om een zo groot mogelijk bereik te bekomen, wat is jullie aanpak daarin?
Ik heb me altijd bezig gehouden met de inhoud en prijs me daar gelukkig en bevoorrecht mee. Ik heb nooit enige naam en titel opgeëist maar heb altijd liever in de schaduw gewerkt. Mij gaat het nog steeds om naar muziek te luisteren; nieuwe groepen en labels ontdekken om mijn subjectieve- maar eerlijke mening te delen met lezers. Als ik mensen nieuwe artiesten kan laten ontdekken ben ik een gelukkig mens en heb ik naar mijn eigen mening mijn ‘job’ gedaan.
Ik heb het geluk gehad om met intelligente mensen te werken die perfect wisten hoe ze alles moesten aanpakken. Vroeger met Séba Dolimont en nu met Bernard Vanisacker.
Bernard en ik hebben wel eens onze geschillen gehad en dat leidde in 2016 tot een breuk. Ik ben toen als staflid uit Side-Line gestapt en ging als een soort freelance werken. Ik bleef nauw verbonden met Side-Line, maar ik werd volledig onafhankelijk om te doen wat ik wou. Ik heb toen mijn Facebook pagina ‘Inferno Sound Diaries’ opgericht waar ik al mijn werk kan publiceren en in parallel bleven alle besprekingen ook op Side-Line verschijnen. Hetzelfde gebeurde met mijn interviews, maar naast Side-Line heb ik toen ook enkele jaren interviews op Peek-A-Boo mogen posten. Ik heb zelfs een twee/drietal interviews bij wijze van samenwerking op beide magazines kunnen posten.
Sinds enkele jaren werk ik terug uitsluitend voor Side-Line. Side-Line zag ooit het daglicht in 1989 en 35 jaar later blijft het toch een internationaal begrip in de Electro/Industrial/Gothic/Synth-Pop/Post-Punk scene.
(Van links naar rechts: Bernard, Cédric en Stéphane at Eurorock Lommel)
Wat waren je eerste indrukken van de scene en hoe heb je die zien evolueren?
Aughhh… daar valt echt een boek over te schrijven en Rich Bova (Neikka RPM) die jaren mijn eerste en trouwste lezer was moedigt me daar al een hele tijd in aan. Misschien schrijf ik wel ooit eens een soort ‘memoires’… we zien wel.
Doorheen de jaren, tussen de jaren 80 en vandaag is er geen evolutie maar een R-evolutie ontstaan. Om je enkele voorbeelden te geven, brachten beginnende bands eind jaren 80, begin jaren 90 een ‘demo’ uit op cassette. Alles was dikwijls slecht opgenomen maar het had zijn charme. Vandaag staan beginnende bands meteen op Bandcamp, Soundcloud en andere streaming platforms. Toen kochten mensen fysieke copies; eerst nog vinyl en dan CD, maar welke jonge gast heeft vandaag nog überhaupt een CD-speler? Niemand of slechts enkelingen. Vandaag luistert men nog amper naar een album want mensen verkiezen hun eigen Spotify playlists. Heeft het album dan nog een toekomst en reden tot bestaan? Ik betwijfel het! Vroeger waren er kleine festivals met slechts enkele groepen of gewoon een optreden met een voorprogramma en een hoofd-act. Vandaag zijn er mega-festivals -die dan soms ook verdwijnen wegens te weinig middelen en geringe opkomst. Blijkbaar komt er doorgaans ook minder volk naar optredens want het uitgansleven ik ook pokkenduur geworden. Internet is opgekomen waardoor je snel contact kan leggen met je favoriete bands en alles op de voet kan opvolgen. Vroeger was het een hele beleving als je een favoriete artiest eens in levende lijve kon ontmoeten.
En dan heb ik het nog niet over het maken van muziek. Eind jaren 80 kostte Elektronische muziek verschrikkelijk veel geld. Die analoge machines maar ook later de digitale synths ea materiaal waren niet voor iedereen weggelegd, maar vandaag kan alles via software synths. Hetzelfde geldt voor het opnemen, mixen, masteren… eigenlijk kan je nu alles zelf zonder al te veel geld te spenderen. Je hoort het helaas ook wel aan de kwaliteit, maar alles is toegankelijker en makkelijker geworden. Op zich is dat ook positief natuurlijk, maar de begeestering en vooral de ‘spirit’ zijn weg.
Alles lijkt me nu veel sterieler en oppervlakkiger geworden. Eind jaren 80 en in de jaren 90 was alles authentieker en dat mis ik nu wel. Wij reden kilometers naar het buitenland om ergens in Duitsland een tweetal groepen aan het werk te zien. Nadien gingen we wild kamperen en de dag nadien reden we naar een ander optreden of naar de Technoclub in Frankfurt. Het had vooral iets magisch dat me doet denken aan een vorm van kindergeluk en dat ervaar ik vandaag helemaal niet meer.
Met wie had je het leukste interview of voelde je de beste klik (zoals ze zeggen)?
Als ik er 1 iemand moet uitpikken is het zonder twijfelen Ben Watkins van Juno Reactor. Hij is ongetwijfeld meer gekend in de Psy-Trance (wat men vroeger ook Goa-Trance) scene, maar kent zijn weg in de Electro/Industrial scene. Hij werkte oa mee aan Soundtracks van de films “The Matrix”.
Toen ik halverwege de jaren 90 het album “Bible Of Dreams” ontdekte werd ik spreekwoordelijk omver geblazen. Wat een productie! Wat een nummers gedragen door stoere, donkere, baslijnen (ik kick nu eenmaal op baslijnen), gedreven door hypnotische beats en afgewerkt met de typische Tribal elementen à la Juno Reactor. Ik ging me meteen verdiepen in het vroegere werk van Juno Reactor en mijn eerste contact met Ben was telefonisch in 2001 voor een interview dat eindeloos duurde. Hij apprecieerde dat ik zijn werk kende en zelfs minder bekende producties die hij had uitgebracht. Hij is een joviaal en warm iemand die helemaal geen kapsones heeft. Ik heb nadien nog verschillende interviews met hem via mail gedaan en ondertussen weten we elkaar te vinden en hoef ik niet meer via een manager te passeren.
Toen ik enkele jaren terug voor mijn ’35 jaar journalisme’ een serie interviews had opgezet met mensen die voor mij belangrijk waren geweest, was hij ook een van de eersten met wie ik contact opnam. Ik stuurde hem een onmogelijke karrevracht vragen en hij heeft daar uitgebreid op geantwoord. Het kostte hem heel wat tijd, maar hij deed het en hield me op de hoogte. Hij heeft trouwens ook verschillende van mijn interviews en besprekingen vermeld op zijn site. We hebben elkaar nooit persoonlijk ontmoet, maar ik hoop dat dit ooit kan gebeuren.
Welke albums zijn voor jou echt wel indrukwekkend?
Ook veel te veel om op te noemen, maar ondertussen heb ik al “Bible Of Dreams” van Juno Reactor vermeld. Producties waar ik zo meteen aan denk zijn “Sabotage” en “Face To Face” van The Klinik. De 12” “Cockerill-Sombre” van The Neon Judgement”, “That Total Age” van Nitzer Ebb, “The Crackdown” van Cabaret Voltaire, “The Unacceptable Face Of Freedom” van Test Department, “Paradise Disowned” van Lustmord, “Freaks” van X Marks The Pedwalk, “Solitary Confinement” van Leather Strip, “That’s Armageddon” van Armageddon Dildos, “Pragmatic” van Praga Khan, “Radio” van X-Dream, “Geography” van Front 242 en om af te sluiten “Buried Dreams” van Clock DVA. Allemaal ouder werk zo te zien;-)
Gezien onze leeftijd (toch al de 50 voorbij) hebben we beiden al véél artiesten zien heengaan. Wie zou je graag terug tot leven willen brengen en waarom? Bij mij zou dat bijvoorbeeld Felix Flaucher aka mister Silke Bischoff/ 18 Summers (was een echte rebel, prachstem, scherpe teksten en zeemzoete bitterheid), had het gevoel dat er meer in zat maar hij is dan ook te vroeg heengegaan na een aanslepende ziekte.
Dat is nu eens een interessante vraag waar ik nog nooit zelf ben bij gekomen, maar om er nu ook weer 1 uit te halen… Er komen spontaan 3 mensen naar boven.
Als eerste Bryn Jones van Muslimgauze die 25 jaar geleden stierf. Die man heeft ontelbare albums uitgebracht. Hij fascineerde me door zijn engagement dat duidelijk politiek getint was en in zijn hoezen tot uiting kwam, maar ook door zijn muziek dat uniek klonk. Dat was een uiterst aparte en persoonlijke vorm van Tribal.
Ik moet ook aan Richard H. Kirk van Cabaret Voltaire denken die nu 3 jaar geleden stierf. Hij heeft heel veel gemaakt, misschien te veel, maar wat hij met Cabaret Voltaire heeft uitgebracht in de debuutjaren is simpelweg geniaal en nooit geëvenaard. Die hadden een klank en stijl die men nooit heeft gekopieerd; verschrikkelijk ijzig en toch iets funky.
En als laatste een misschien voor velen onbekende artiest, met name J. Hookens van Jerico One. Een Britse artiest die ook het kleinere label Urbcom runde en schitterende Minimal-Electro & IDM uitbracht. Jerico One had iets visionairs. Het was tevens ook een zeer vriendelijke en dankbare mens.
Wat was overigens je eerste optreden waar je voor een podium stond? Wat weet je daar nog van?
Als 15 jarige had ik mijn eerste liefje die me meenam naar een optreden van De Kreuners. Ze hadden toen het album “Natuurlijk Zijn Er Geen Alpen In De Pyreneëen” uitgebracht en dat klonk vrij New-Wave. Ik herinner me alleen dat ik toen ook het album heb gekocht. Ik heb ze nooit meer live gezien, maar uit nostalgie zou ik ze nog wel eens willen zien optreden.
De vorige vraag stelde ik bewust, want je stond destijds ook op het podium met je eigen groep (Nebula-H). Die groep leunde nogal dichtbij de toenmalige klanken van Front 242, mag ik dat zeggen? Wie inspireerde je om zelf te gaan zingen enz?
We werden regelmatig vergeleken als een mix tussen Front 242 en Praga Khan. Eerlijk gezegd waren dat niet meteen onze grootste bronnen van inspiratie, maar ik kon leven met de vergelijking;-).
Niemand heeft me echt geïnspireerd om te zingen. Ik was gewoon een waaghals die als 17 jarige aansloot bij enkele klasvrienden die een onbeduidend groepje hadden opgericht en een zanger zochten. Het stelde niets voor, maar bracht me wel in contact met andere gasten uit Tienen die met een Punk groepje bezig waren (4 Fauste) en waar Olivier Adams (Praga Khan) nog ooit eens heeft voor gedrumd. In de jaren 90 kwam ik dan bij FuzeBoxMachine terecht -ook al omdat ze een zanger zochten, en nadien contacteerde Mika (This’Morn Omina) mij om samen iets op te starten en dat werd dus Nebula-H.
Ik heb me minder als een zanger gezien dan als een performer. Ik denk te mogen stellen dat ik er live altijd wel stond en me uitleefde. Niemand heeft me bewust geïnspireerd maar mensen als Guy Van Mieghem (Vomito Negro), Frank Tovey (Fad Gadget), Dirk Ivens (The Klinik, Dive etc), Richard 23 (Front 242) en ook stadsgenoot Luc Van Acker zijn altijd podiumbeesten geweest die indruk maakten.
Ik mag aannemen dat je hen op een zeker moment ook wel persoonlijk hebt mogen aanspreken? Hoe was dat?
Front 242 bedoel je dan? Raar maar waar, maar ik heb een bizarre band met 242. Het is nooit een van mijn favoriete bands geweest en live dan toch weer wel. Het album “Geography” blijft vandaag nog een uitzonderlijke productie kwa ideeëngoed, klanken, visionaire… maar misschien zijn ze op een bepaald moment te gehyped geweest, te populair en commercieel geworden. Opgelet ik heb een mateloos respect voor wat ze gedaan hebben en nog steeds live brengen, maar hun beste nummers en albums dateren ondertussen al van ca 30 jaar terug! Geef me 1 hit dat ze na 1993 hebben gemaakt? Ik zie er geen.
Ik heb ze ooit backstage wel ontmoet, maar ik ben niet de persoon die afstapt op mensen die ik persoonlijk niet ken. Ik heb ze allen kunnen interviewen maar dat was via mail. Ik zal ze volgend jaar nog 2 maal live zien en hun besluit om te stoppen voelt aan als een stuk van mijn jeugd dat weg zal zijn.
Ik heb je overigens nog live aan het werk gezien in de originele locatie van de Magasin 4 (in een blauw of was het een oranje werkpak). Wat herinner je je nog van dit optreden en die (ondertussen zelfs legendarische) locatie?
Dat moet in 2003 zijn geweest en we stonden inderdaad in blauwe werkpakken op het podium. Wel, ik herinner me dat nog vrij goed omwille van diverse redenen. Het was ons derde optreden ooit en de organisatie had ons geprogrammeerd tussen Aslan Faction en Grendel. Geert De Wilde (IC434) speelde er ook als opener met zijn Pangea-project. Aslan Faction en Grendel hadden dezelfde manager en die gast ging zich eens bemoeien met de programmatie en vond dat wij als tweede moesten spelen. Die organisator in de problemen want wat moest die doen. Mij maakte het allemaal niet uit als wij nu eerste of laatste, derde of tweede zouden spelen, maar ik heb het altijd moeilijk gehad met van die zgz ‘managers’ en soms label eigenaars die zich met alles gaan bemoeien en alles beter denken te weten. Ik heb toen het been stijf gehouden en we hebben als derde toch mogen optreden en de boel daar plat gespeeld. Het was des te specialer omdat mijn vader stiekem was komen kijken en hij werd aangesproken over zijn zoon die daar op het podium stond. Maar ik was toen ook zo ziek als een hond en stond dus onder de pijnstillers en koortsremmers op het podium, maar ik was gemotiveerd om die manager van antwoord te dienen. Hij is ons nooit komen groeten.
De inspiratie haalde je uit je werkomgeving, kan je daar iets meer over vertellen?
Ik werk als psychiatrisch verpleger en het klopt dat mijn inspiratie deels van mijn werkomgeving en de ‘gekwelde’ geest kwam maar dat was dan wel voor FuzeBoxMachine en Toxic Shock Syndrome. Nebula-H was een groep met conceptuele teksten dat op het debuut nummer van elk album na over kunst gingen. Ik ben enorm gepassioneerd door kunst en dan vooral schilders. Het is dan ook niet moeilijk als je een boek hebt gelezen om er dan een tekst over te schrijven. Ik schreef teksten over Dali, Magrite, Delvaux, Khnopff, Rops, Delville, Ensor, Caravaggio, Bosch, Da Vinci, Spilliaert, Schiele, Toulouse-Lautrec… maar ook over filmregisseurs zoals Hitchcock en Lynch of de fotograaf J.P. Witkin.
Ben je ermee gestopt of voel je het nog ergens kriebelen?
Zeg nooit, nooit, maar wat mij betreft ben ik er helemaal mee klaar en dat is al jaren zo. Mika heeft me tevergeefs nog proberen te motiveren, maar het is voor mij ‘over & out’. Hoe het vandaag ook allemaal geëvolueerd is zal me zeker niet motiveren om terug wat te gaan doen.
Ik heb andere passies en prioriteiten ontwikkeld en bovendien ben ik iemand die zich voor 100% geeft als ik aan iets begin en daar ben ik al lang de energie voor kwijt. Mensen horen alleen het resultaat dat op een album uitkomt, maar ik weet hoe veel tijd dat daar insteekt en de alchemie die nodig is om met anderen samen te werken. Plus wat kan je vandaag als artiest nog verwachten; fysieke copies verkopen voor geen meter meer en streaming platforms brengen gewoon veel te weinig op. Het gaat me niet om geld te verdienen, maar er je broek aan scheuren is me in de hedendaagse tijdsgeest teveel aan.
Bij welke andere bands of projecten heb je nog mogenmeedoen?
Ik denk dat ik er al verschillende heb genoemd. Het begon dus ooit met een Punk band (4 Fauste), nadien Franse Punk (H Berion) met oa Danny Casseau (een jeugdvriend die uitgroeide tot een ware referentie in internationale Acid scene). Dan kwam er FuzeBoxMachine, het side-project Toxic Shock Syndrome (samen met Johan Van Roy van Suicide Commando) en Nebula-H. Als laatste in de rij ben ik nog even begonnen met Ex-Es.
Je hebt ook al wat hoezen mogen ontwerpen, welke was de leukste die je mocht doen? Vertel er ons iets meer over, aub?
Dat klopt helaas niet; ik heb recent sinds ik met zgn Mixed Media Collages ben begonnen, mijn eerste hoes mogen ontwikkelen voor het aankomend album van Kilmarth. Er zijn ondertussen enkele vage contacten voor andere hoezen maar dat zien we dan nog wel.
Zeer recentelijk ontdekte ik dat je een nieuwe hobby hebt gevonden: collages maken. Je eerste publicaties zijn zelfs een feit: het ontwerp van de vorige en de huidige single van Kilmarth! Hoe is dat tot stand gekomen? Wist Cedric (overigens ook ex-Side-Line) van je nieuwe hobby?
Ik maak dus inderdaad Mixed-Media Collages wat dus veel meer is dan knippen en plakken. Papier en lijm zijn mijn belangrijkste materialen, maar ik gebruik ook heel wat ander gerief zoals draad, wol, verschillende soorten verf, maar vooral acryl, tipp-ex, schoensmeer, nagellak, zwarte peper, paprika, curry poeder, gemalen koffie, naalden, veiligheidsspelden, ijzerdraad, knopen, ritssluitingen, inkt etc etc etc….
Mijn vrouw heeft me gemotiveerd en aangespoord om er iets mee te doen en dus maakte ik een profiel aan op Facebook (NW-Art Brut). Ik begon ook wat te posten op specifieke collage groepen en stilaan komt er reactie. Cédric is me beginnen volgen en bracht dan het idee om een cover te maken voor zijn nieuwe album. Dat was een mooie uitdaging en ik heb dan gewerkt rond het thema van zijn album. Het klopt dat hij al op een vorige single gevraagd had om dit te illustreren met een van mijn creaties, maar dat werk bestond dus al voor de single.
Kan je al iets zeggen over het ontwerp van de hoes van het nieuwe Kilmarth album, want ook daarvoor mocht je iets aanleveren?
Klopt; ik heb gewerkt rond het centrale thema van zijn album dat draait rond cherofobie of om het in begrijpelijke taal te zeggen, ‘de angst om gelukkig te zijn’. Ik heb daar wat opzoekingen rond gedaan en vooral rond wat cherofobie kan symboliseren. Ik ben al jaren gefascineerd door het Symbolisme en heb daar dus een en ander in verwerkt. Ik ben opgezet met het resultaat en Cédric is er eveneens gelukkig mee… wij zijn dus duidelijk niet aangetast door cherofobie;-).
Hij heeft nu een eerste single uitgebracht die gevolgd zal worden door een tweede. De hoes van elke single zal een deel van mijn finale werk voorstellen en dat vind ik dus knap gezien van hem. Zoals een single een soort opwarmer moet worden voor het album doet hij identiek hetzelfde met mijn collage.
Ik heb op een kleiner en eerder vierkantig formaat gewerkt, maar de inhoud blijft trouw aan mijn benadering: donker, vooral zwart en wit met enkele rode en gele accenten.
Wil je vroeg of laat een expo doen met al je collages’? Ik weet dat een andere collega muzikant dat ook doet (Mich Rozek), bij hem gaat alles in een kader. Hoe moeten we dat bij jou zien?
Eigenlijk hoeft voor mij niets, maar ik sta voor veel open. Na enkele opdrachten voor fijne mensen, nu deze hoes en ondertussen nog enkele contacten die mogelijks tot andere projecten kunnen leiden, heb ik nu wel de smaak te pakken.
Een expo zou uiteraard fantastisch zijn. Ik heb altijd gedroomd om zelf een totaal gebeuren te organiseren, waarbij je verschillende ‘amateur’ artiesten bijeenkrijgt om rond een bepaald thema te werken. Ik ben daar ooit mee bezig geweest, maar kwam vooral zeer vreemde mensen tegen. Ik laat de organisatie aan anderen over en wie weet wat er komt. Het liefst van al zou ik verder willen werken met muzikanten; ergens een thema vinden waar muziek rond gemaakt wordt (liefst donkere muziek) en dan mijn collages.
Je hebt ook iets met (oude) racewagens?
Nu ben je echt wel gaan graven;-) Ik vind oude wagens -daarom niet specifiek racewagens, er schitterend uitzien. Zo esthetisch allemaal, die bumpers en lijnen vind ik echt wel knap. Je moet mij niks van vermogen noch mechaniek vragen, maar het gaat me puur om esthetiek en nostalgie zeker.
Maar daarnaast ga ik al jaren naar races kijken van GT-wagens en de Le Mans-series. Formule 1 heb ik ooit ook gedaan, maar dat vind ik overdreven veel geld kosten. Het geluid van die motoren als die op je afkomen om dan op het laatste moment te remmen voor een bocht en dan weer volle gas te geven is het meest sexy geluid dat ik ken. Maar het is ook spektakel wat ik verkies boven een optreden of wat dan ook.
Je hebt in het verleden zoveel gedaan, ben ik nog iets vergeten (ik ben ook maar een – ouder wordende – mens)?
Ik word ook al ouder en zal hoogstwaarschijnlijk nog dingen vergeten, maar het belangrijkste is recensies schrijven en dus mijn ervaringen als zanger in verschillende groepen. Lang geleden heb ik nog kleine fragmenten opgenomen voor een Franse radio waarin ik wekelijks een rubriek had. Ik heb toen ook een tijdje samengewerkt met Blind Passengers. In de jaren 90 was dat een succesvolle Synth-Pop groep in hun heimat, Duitsland, en hun opzet was om in het buitenland door te breken. Ik moest hen helpen om optredens in België te vinden, maar alle deuren bleven gesloten. Er was toen amper interesse voor Synth-Pop bands in België. Ik heb ook een tijdje promo verzorgd voor Alfa Matrix. Ik ben hier en daar als gast-DJ uitgenodigd geweest. Ik zat ook enkele jaren in een Spaanse Charts-pool. Dat zal het zoal zijn.
Is er ergens iets waarvan je achteraf wat spijt hebt of iets wat je meer had willen doen?
Spijt komt te laat zegt mijn schoonmoeder;-) Ik ben overtuigd dat Nebula-H veel verder had kunnen geraken dan waar we geraakt zijn. We deden het vrij goed in het buitenland en hadden onze volgers in België. Makkelijk gezegd achteraf, maar we hebben het waarschijnlijk verkeerd aangepakt. Ik ging er vanuit dat als mensen ons goed vinden, we wel zouden uitgenodigd worden om live te komen spelen. Dat gebeurde ook, maar eigenlijk moet je jezelf kunnen verkopen; mensen contacteren, aanklampen, onderhandelen etc etc… maar ik kan beter voor anderen iets doen dan voor mezelf. Ik prijs me gelukkig dat ik dat allemaal heb mogen meemaken dus geen spijt.
Wat zou je nog willen doen naar de toekomst toe? Aka wat staat er nog op je wishlist?
Ik heb de laatste jaren wel wat gezondheidsproblemen die ondertussen chronisch zijn. Dat heeft me ook gedwongen om alles wat rustiger aan te doen, maar dat is niet de aard van het beestje. Ik probeer het wel en het lukt deels, maar ik zal altijd een gedreven, gepassioneerde mens blijven. Ik wil gewoon genieten van het leven en liefst van simpele dingen. Mijn werk is een soort hobby geworden waardoor ik nooit echt tegen mijn zin ga werken. Ik doe dat gewoon graag en daarnaast geniet ik samen met mijn vrouw van artistieke activiteiten en uitstappen, van de prachtige natuur waar we wonen in Haspengauw. Ik ben ook iemand die graag lekker eet en sta ook veel in de keuken van alles te proberen plus heb ook een ware passie/hobby ontwikkeld voor goede Franse wijnen. De wishlist is om dat allemaal zo lang mogelijk te kunnen behouden. Enkele jaren terug heb ik een verschrikkelijk trauma meegemaakt wat ook deels de oorsprong is van mijn gezondheidsproblemen. Je leert dan om alles meer en beter te relativeren.
Nog iets om af te sluiten? Iets wat ik vergeten ben te vragen (ik ben ook maar een ouder wordende mens)?
Ik denk dat het wel goed is geweest:-) Bedankt voor je interesse.
Ziehier de FB pagina https://www.facebook.com/nw.art.brut
Een klein voorbeeld:
De cover foto werd op het Dour festival genomen. De S op de T-shirt geeft aan wie het onderwerp was. Mika is de rechterman.
Check hier het interview met Bernard: SNOOZECONTROL - Interview met Bernard Van Isacker (A. Matrix & Side-Line Music Magazine)