Vrijdagavond hadden we alweer een avondje Biebob op de agenda. Hoofdact was Primal Fear, maar stiekem keken we vooral uit naar Bullet, die we voor het eerst op Speedfest hadden gezien eind vorig jaar. Hun regelrechte eighties rock deed onze grote teen toen al op en neer gaan, en we lustten nog wel wat meer van dat. Hamvraag onderweg was hoe Bullet het zou klaren om hun uit gloeilampen bestaande groteske achtergrond op het Biebob podium neer te poten. We zagen het nog niet zo direct gebeuren.
Ruim op tijd -dachten we- gaf onze gps ons 'bestemming bereikt', en in alle rust schoven we aan in het rijtje om binnen te geraken. Maar hola ... daar was toch al iemand live aan het zingen? Paniek aan onze kant: hadden we dat fout gezien op de Biebob kalender, dat de eerste band om half acht zou spelen? We forceerden onze nekken om te zien wie daar dan wel achter de microfoon te vroeg stond te zijn, maar het antwoord bleef uit. De zuiders ogende zanger was ons onbekend en geen enkele aanwijzing op het podium maakte ons wijzer. Gelukkig kwam daar het moment waarop de man het ons zelf vertelde: 'We are Messenger' ...
MessengeR -met de grote R achteraan- is een Duitse band, zo leerden we later. Van de oorspronkelijke line-up uit 1990 is vandaag de dag nog enkel rythm gitarist Patrick Deckarm over. De andere leden werden vervangen na een lange stilte tussen 1994 en 2006. Toen kwam het album 'Under the Sign' op de markt met nieuwe zanger Siegried Schüssler, en sindsdien vecht de band hard terug. In 2011 volgde 'See you in Hell' en in 2013 'Starwolf Part 1: The Messengers'. In de Biebob kregen we wat vanalles te horen, maar -gelukkig?- wel de Engelse versies van een aantal nummers die ook in het Duits bestaan. Zo klinkt 'Kill the DJ – Heavy Metal is the Law' ons toch nét dat ietsje stoerder in de oren dan 'Tod dem DJ- Heavy Metal ist Gesetz'. Maar verder hadden we niks te klagen. Schlüssel heeft een breed stembereik en trekt al eens een amusante smoel. De nummers rocken stevig en aan leuke outfits was ook gedacht. Zo zien we het graag: een beetje show om de muziek die op zich sterk genoeg staat, kracht bij te zetten. En een beetje humor, zoals de Vikings die uiteindelijk toch het laatste woord hebben met Ikea.
Intussen loopt de Biebob stilaan vol met een opvallend ouder publiek. De gemiddelde leeftijd moet ergens rond de 38 liggen, wat ons eraan herinnert dat 'Metal is here to stay'. De fans van toen verloochenen hun roots niet en blijven hun bands trouw. Zowel op het podium als in de zaal of op het festivalterrein zijn die lange grijze haren al lang geen uitzondering meer. En tegelijk blijven de nieuwe generaties hun weg vinden naar Heavy Metal. Een bedenking tussendoor die ons filosofisch gaande houdt tot het tijd is voor Bullet.
Het vraagstuk van onderweg heeft inmiddels een antwoord gekregen: geen lampendecor maar een soberder spandoek met de naam 'Bullet'. Het viel te vrezen. We trekken een kleine pruillip omdat we wel hielden van die typische jaren '80 podiumglamour, maar van zodra we Hell Hofer mét cape en witte botjes op het podium zien verschijnen, worden we weer vrolijk. 'Turn it up loud' zingt hij, en daar zijn we het helemaal mee eens. Alle hoofden in de zaal gaan ritmisch op en neer en de sfeer zit meteen goed. Het is duidelijk dat Bullet graag in de Biebob speelt -hun 'second home' zoals ze het noemen, en dat het Biebob publiek hen graag ziet komen. De hardrock van deze Zweden werkt dan ook erg aanstekelijk en we krijgen bij de meeste tracks een leuk verhaaltje toe. Over hoe 'big' TractorPulling is in Zweden, bij het inzetten van 'Pull Pull', de titeltrack van hun laatste CD. Of over hoe ze zelfs in eigen land wel eens verloren gereden zijn met hun tourbus, waarover 'Rolling Home' gaat. Opvallend aan deze set is dat alle muzikanten hun ding op gezette tijdstippen mogen doen, terwijl Hofer van het plan verdwijnt. Bij sommige bands krijgen we het hier wel eens van op de heupen omdat we het als vulling ervaren, maar niet zo bij Bullet. Hier is alles in balans. Dat los van het feit dat we het helemaal niet erg vinden dat de Zweedse halfgod die lead gitaar speelt, regelmatig goed in beeld komt. Dat we de enigen niet zijn die hier zo over denken, bewijst het feit dat de dame naast ons in de zaal ons na de set zelfs weet te vertellen welk merk van ondergoed Hampus Klang droeg. Maar we wijken af. 'Dusk till Dawn', 'Stay Wild' en nog een blikje Cara Pils, een niet te begrijpen keuze die ons in de Biebob al vaker is opgevallen. De band verdwijnt voor de tweede keer van het podium en we zijn niet zeker of de zaal hen echt nog een derde keer terug verwacht had. Maar zoals gezegd, Bullet amuseert zich in de Biebob en voelt er zich thuis, en dus vliegen ze er nogmaals in. De echte afsluiter wordt 'Bite the Bullet', waarna iedereen tevreden de toog kan opzoeken om een échte pint te drinken.
Met Primal Fear op het podium, wordt duidelijk voor wie de meerderheid van de die-hard metalheads gekomen zijn. Opgericht in 1996, is de band aan zijn tiende CD toe: 'Delivering the Black'. Kaalhoofdige frontman Ralf Scheepers heeft geen moeite met de zaal: ze hangt aan zijn lippen. Opener 'Final Embrace' wordt gevolgd door twee nummers uit het nieuw album, 'Alive & on Fire' en de titeltrack 'Delivering the Black'. Na 'Nuclear Fire' wordt een break ingelast om de fans even op adem te laten komen. 'Seven Seals' haalt het tempo omlaag en met 'One Night in December' gaat Primal Fear de epische toer op. Kanttekening: de Cara Pils aan de zijlijn is vervangen door Jupiler- dat volledig terzijde-, maar het zegt iets over de hogere status van de band neem ik aan . 'Angel in Black' schudt zaal weer wakker en er wordt luidkeels meegebruld. Primal Fear speelt de set met de glimlach op het gezicht aan elkaar, en zonder al te veel overbodig getater. 12 nummers ver zijn we al, en met 'Metal is Forever' worden de drumsticks en de plectra een eerste keer in het publiek gegooid. Maar natuurlijk blijft het daar niet bij, want pas met 'Unbreakable' en 'King for a Day' wordt de avond afgesloten. We horen niks dan tevreden fans rondom ons, en iedereen kan er weer tegen voor een weekje.