Sziget dag 4 - zaterdag 13 augustus (2016)

Review:Festivals
 Bert Sevenant    16 augustus 2016

Vandaag stond o.m. ‘Bring Me The Horizon’ te prijken op de affiche van Sziget, een Britse metalcoreband opgericht in 2004. In de late namiddag mochten ze hun kunsten tentoonstellen op de mainstage. De show ging van start met een knullig introfilmpje waarin een vriendelijke stem het publiek verzocht om zo snel als fucking mogelijk te beginnen moshen. Het eerste nummer van de avond was ‘Go To Hell, For Heaven’s Sake’, een song die deel uitmaakt van hun voorlaatste plaat. Direct daarna was het circlepit-time. Frontman Oliver Sykes – nog steeds met imposante collectie tattoos – deed z’n best om wat rivaliteit te creëren tussen de twee helften van het publiek. Hoe groter die circlepits, hoe beter, als je het ons vraagt! Op de klanken van ‘The House of Wolves’ werd er dan weer een wall of death ingezet. Combats, ontblote bovenlijven en véél testosteron. Even hadden we het gevoel dat we terug op Graspop waren. Bring Me The Horizon was deze week de eerste metalband die op de mainstage mocht optreden. Hoewel het leuk was om terug wat distortion te horen hebben we Sykes en consorten toch al beter zien spelen. Een beetje last van de hitte misschien?


Na de color party op de mainstage was het de beurt aan ‘Sigur Rós’, een band uit Ijsland die gespecialiseerd is in ‘droomrock’. Van zwaar versterkt elektrisch gitaargeweld naar lang uitgesponnen soundscapes. Ja, qua overgang was dit toch wel vrij bizar. Het eerste nummer was ‘Óveður’ (vraag ons vooral niet hoe je dat moet uitspreken). De livestream van het concert werd voor de gelegenheid voorzien van een resem trippy filters. Elk nummer kreeg een ander effect mee, kwestie van de show nog iets dromeriger te doen aanvoelen. Het publiek leek niet echt over te lopen van enthousiasme maar dat had vooral te maken met het feit dat veel mensen al de hele dag aan het wachten waren op dé headliner van de dag: Muse. Sigur Rós ging in dat opzicht beter tot z’n recht gekomen zijn in de A38 marquee, waar Kodaline rond dat uur ook een show had. We hadden liever een line-up gezien met achtereenvolgens Bring Me The Horizon, Kodaline en Muse op de mainstage. Spijtig van de toch iets onlogische programmatie!

‘Kodaline’ - een rockband afkomstig uit het land die ons Guinness geschonken heeft - mocht om kwart na acht beginnen. De helft van Ierland was blijkbaar komen opdagen want we telden niet minder dan negen Ierse vlaggen, waarschijnlijk tot grote frustratie van de fans achterop de A38 marquee. Het doelpubliek bestond vooral uit schreeuwende meiden. Op de tonen van ‘Ready’ – de derde single van hun nieuwste album – ging de show van start. Toen frontman Stephen Garrigan vroeg of iedereen het naar z’n zin had zette het publiek het op een spontaan zingen: “Olééééé, olé, olé, olééééé.” Garrigan was zichtbaar onder de indruk. De afsluiter van de set was ‘All I want’, de hitsingle waarmee het voor Kodaline allemaal begonnen is. Indie pop is normaal gezien niet echt ons ding maar we moeten toegeven dat de sfeer vanavond echt goed zat. Naar het einde toe begonnen we zowaar mee te zingen.

‘Muse’ – het overbekende rocktrio uit Engeland – mocht vandaag het programma op de mainstage afsluiten. We prijzen onszelf gelukkig dat we erbij mochten zijn want dit jaar geven ze slechts een beperkt aantal optredens. Het was opnieuw ongelooflijk druk op het festivalterrein. ‘Psycho’ – die deel uitmaakt van hun zevende studioalbum – was het eerste nummer van de set. We kregen tijdens de show heel wat hightech-technologie te zien: een digitale hand op het beeldscherm achter de muzikanten die al hun bewegingen registreerde, een gitaar met een ingebouwde tablet en… een onzichtbare toetsenist. Grapje! Muse is een trio maar tijdens hun tournees worden de toetspartijen altijd verzorgd door iemand die zich achter de schermen bevindt. Afsluiter van de set was ‘Knights of Cydonia’, lang geleden dat ze die nog eens gespaard hebben tot op het einde. Toffe show maar wel jammer dat het zo druk was.