Het tweede album van Vinsta, het muzikale alter ego van multi-instrumentalist Christian Höll, vertelt in het het oorspronkelijke dialect van de Salzburgse Alpen het verhaal van een zwerver die geconfronteerd wordt met de krachten van de natuur, Aan het einde van zijn schijnbaar dwalende wandeling door de winterwereld in de Alpen ontmoet de hoofdpersoon drie voorbodes en wordt hij geconfronteerd met perspectieven die groter zijn dan het (mensen)leven ...
Bij de korte intro Ausklong voel je als het ware de koude wind langs de bergflanken scheren. In Weisse Deckn ligt de sneeuw als een joude deken over het landschap en schuurt de ruwe deathmetal de huid van je oren. Toch is er ook plaats voor zachtheid, melodie en experiment. Er wordt zelfs wat gejodeld op deze track. Oafocha Loda wat zich vertaald als simpele man, begint heel liefelijk en toont ons een ander gezicht van Vinsta, namelijk folky indierock. Een gruntpassage herinnert me er echter aan dat Vinsta toch wel degelijk een metalproject is.
Raunocht kan je rauwe nachten bezorgen, gekweld door Vinsta’s variant van progressive death metal vermengd met snedige snaarinstrumenten. Fiachtn, dat vertelt over extreme angst , doet door de kruisbestuiving van death metal grunts en klassieke elementen, aan symfonische black metal denken. Het einde klinkt dan weer meer als folkmetal à la Eluveitie. Titelsong Drei Deita vangt als akoestische folk aan en ontwikkelt zich tot prachtige maar triestige progressive rock. In de mooie progressive metalsong Tiafn (Diepte) worden grunts en cleane vocals afgewisseld. Einklong is een betoverend einde met akoestische instrumenten en bescheiden gejodel.
Het album kun je hier kopen.