W-Fest Dag 2 - Dag van muzikale ontdekkingen en straffe headliners - Waregem - 16/08/2019

Review:Festivals
 Koen Asaert    23 augustus 2019

Na een schitterende donderdag op W-Fest, volgt een vrijdag waarvan ik niet goed weet wat te verwachten. De meeste bands heb ik nog nooit live gezien en van enkele groepen ken ik slechts een paar of zelfs geen enkel nummer. Bovendien rijst de vraag of ‘de oudjes’ het nog kunnen. Open-minded, hunkerend en nieuwsgierig begin ik aan mijn taak.

Foto: ©W-Festival


True Zebra is het industrial soloproject van Kevin Strauwen. Ook live doet hij het alleen. Deze moedige ziel vult echter het podium door geen seconde stil te staan. Hij rolt zelfs over de podiumplanken. Zijn rockende industriële sound is gekruid met invloeden van Nine Inch Nails, Skinny Puppy en EBM-elementen. Ik geniet van de sterke composities zoals Sex, Under Control, Delirious, Shame en Push. True Zebra blijkt vandaag de eerst van vele muzikale ontdekkingen.

 

Het is de eerste keer dat ik de ‘electro-noire’ van Ultranoire ervaar. Ik hoor zoetgevooisde synth- en electropop, die heel aangenaam klinkt, maar toch iets te braaf is. Een vergelijking met Depeche Mode dringt zich op, maar het is wel een nogal softe versie van Depeche Mode. Ze spelen een tot dansen uitnodigende set met sterke covers (Sound Of Silence, Bad Moon Rising) en schitterend eigen werk (Phantom, Perfect Time, Drowning Man, Sporadic Business,...). Bovendien toveren ze bij gelegenheid mooie visuals en video’s uit hun digitale hoed en verdienen daardoor extra punten. Een ideale opener op de Synth Scene.

 

Inertia, de band rond zanger Reza Udhin brengt degelijke moderne gothic rock die door een collega mooi omschreven wordt als stevige elektro/industrial darkpoprock. Samen met de imposante volgetattoeëerde drummer Blue Jigsaw, de grandioze gitarist Ollie Cater en toetsentovenaar Andrew Lowlife bezorgt hij een sterk optreden, dat naast eigen nummers ook uit een prachtige cover van Peter Gabriels Games Without Frontiers bestaat.

 

Toyah schittert in een rode glitterjurk en bewijst zich als een punkpop-koningin die nog goed ter stem is en een energiek optreden geeft. Je zou het haar niet nageven dat ze reeds 61 is. Samen met haar band zet ze een sterke set neer bestaande uit o.a. Dance in the Hurricane, Echo Beach (ja dat nummer van Martha And The Muffins), Rebel Run, Ieya, Brave New World , It’s a Mistery, Sensational (opgedragen aan de fans) en I want to be free.

 

Mlada Fronta is het alias van Fransman Rémy Pelleschi. Hij schotelt ons industrial electronics en dark electro voor. Toegegeven, het klinkt helemaal niet slecht. Maar zijn act hoort eerder thuis op een dance festival want hij verstopt zich achter knopjes, toetsen en klicks. Ik krijg het gevoel naar een DJ-set te zitten kijken in plaats van naar een live optreden.

 

Allez Allez serveert heel andere kost en weet met haar funky pop heel wat volk naar de Synth Stage te trekken. Hun set is een mengeling van covers o.a. Play that funky music, Life in Reverse en eigen werk zoals She's Stirring Up, Valley Of The Kings, een trage – volgens sommigen zwoele -versie van African Queen en natuurlijk het luid meegezongen Allez Allez. Dit was de eerste keer dat ik Allez Allez zag en ik vond het optreden best te pruimen, hoewel de muziek soms wat te funky, soulful en poppy voor mijn smaak is.

 

The Breath Of Life brengt een dromerige dansbare darkwave waarbij de engelachtige stem van Isabelle Dekeyser, die soms wat aan Kate Bush doet denken, centraal staat. Naast de absolute apotheose van Nasty Cloud blijven de songs Black Cat en Teardrops me het meeste bij. Dit is een Belgische band die je zeker eens in je leven gezien moet hebben. Liefst zelfs meerdere keren.

 

De mysterieuze live PA-set van Kosheen blijkt een optreden te zijn van Kosheen, ondersteund door een vrouwelijke DJ/soundwizard op de Synth Scene. Kosheen is een goede zangeres. Maar ik vraag me af in hoeverre de muziek live is. Is dit een veredelde karaokeset of toch een volwaardig optreden? Ik kom niet tot een duidelijk antwoord. Ik ga dan maar naar buiten naar de Olivier Daout Stage waar ik een artiest met een hogere live-kwaliteit verwacht.

 

Inderdaad wacht daar op mij Blaine L. Reininger met een volwaardige live-band. Reininger blijkt een periode in Brussel verbleven te hebben en uit die tijd stammen Blow Away dat erg Americana klinkt en de new wave cultsong Mistery and Confusion. The Blue Sheep vangt elektronisch aan , maar daarna wordt het duidelijk een rock song die zelfs meeslepend te noemen is . Dryfood is een grappige song voor zijn kat (Ezekiel) die enkel wil eten als hij gemasseerd wordt. Jinx met viool klinkt als door gipsy folk beïnvloedde rock. Kortom, een optreden van veelzijdig rasartiest die omringd wordt door een bekwame band. De set eindigt met de song waarvan iedereen hoopte dat Reininger zou spelen endie Reininger bijna nooit live speelt, namelijk Tuxedomoons grootste culthit No Tears. Waarvoor heel veel dank.

 

Lebanon Hanover , bestaande uit Larissa Iceglass (gitaar, zang) en William Maybelline (bass, vocals) spelen catchy en af en toe erg dromerige post-punk en gothic rock, die je ook wel als coldwave zou kunnen bestempelen. Ondanks de prachtige muziek, werkt het geheel nogal statisch. De band bereikt een absolute climax met Gallow Dance, gevolgd door een tweede ontlading op afsluiter Totally Tot.

 

Viles Electrodes verzorgt op de Olivier Daout Stage voortkabbelende licht hypnotisernde kwaliteitselectro met 80ies invloeden. Zeer aangenaam om naar te luisteren. De beste songs worden voor het laatst bewaard. Zo kan ik genieten van het sterke Headlong, het mooie Re-emerge en het prachtige Proximity. Persoonlijk was ik naast het muzikaal genot ook gefascineerd door het mooie kroontje van de zangeres. Dit was weer een aangename eerste kennismaking.

 

Siglo XX grossieren in excellente old-school darkwave en gothic rock, die wat aan Bauhaus doet denken. Ze starten met Until A Day gevolgd door o.a. Endless Corridor, Sister Suicide, Sister In The Rain, Everything Is On Fire, The Art of War, Waiting For A Friend, No One is Innnocent en Dreams of Pleasure. Het is duidelijk dat dit één van de betere optredens van de dag is. Ik heb ervan genoten, ook al kende ik vooraf geen enkele van hun songs.

 

Mijn verwachtingen zijn niet al te hoog voor het optreden van Howard Jones. Hij brengt alleszins genoeg synths mee om de titel 'sint van het Synth Scene podium' te verdienen. En eigenlijk valt het optreden zeer goed mee. Meer dan dat zelfs. Howard Jones is een jaren 80-dinosaurus, die nog lang niet uitgestorven is .Ik geniet van een sterke uitvoering van I can win this time, Things can only get better en Hero, het immer pakkende What is Love? en het meeslepende Mental Chains.

 

Tony Hadley is nog zo’n Jaren 80 dinosaurus met nog veel leven in zich. En zijn stem is nog meer dan OK. Yes, this old fart still knows how to rock. Gesteund door een sterke band bezorgde Tony Hadley de Spandau Ballet songs een tijdloos karakter. Hij gooit er al snel de beuk in met de new wave klassieker To cut a long story short, gevolgd door o.a Tonight belongs to us, Save A Prayer, Lifeline de Queen cover Radio Gaga en Gold. Die Queen cover had hij misschien beter niet gedaan, tenslotte heeft hij genoeg schitterende eigen songs. 

 

Het is onmogelijk om stil te staan op de futurepop van VNV Nation . Bovendien ontpopt zanger Ronan Harris zich tot een echte volksmenner. Dat leidt tot een kolkende dansende massa voor het podium. VNV Nation geeft het startschot met het supercatchy When is the Future?. Chrome en Primary zorgen voor hevig voetenwerk. Enige rust wordt gegund bij het wondermooie Illusion. Dan schakelt men weer een versnelling hoger met God of all en the farthest Star. Wanneer Legion ingezet wordt, vallen alle remmingen weg. Het ritme wordt aangehouden tijdens Lights go out. Bij Control verlies ik even de controle. Resolution blijkt nog zo’n dansvloerstoemper. Nova zorgt een haast bovenaardse ervaring. Veel te vroeg moet VNV Nation afsluiten met hun recente single All Our Sins.

 
Conclusie:
Dag 2 van W-Fest was een avontuurlijke muzikale ontdekkingstocht doorheen het spectrum van de wave en synthpop genres. Met sommige artiesten was het een aangename eerste kennismaking, bij anderen was het een positieve eerste live-ervaring en nog anderen, vooral oudere artiesten, waren beter dan ik had verwacht. Mlada Fronta en Kosheen waren slechts kleine tegenvallers, in een voor de rest grandioos aanbod. Bovendien scoorden de headliners Tony Hadley op de Synth Scene en VNV Nation in de Wave Cave met schitterende optredens.