Angelus Apatrida – The Call

Review:CD-reviews buiten BeNeLux
 Jan Claus    3 juni 2012

De Spaanse thrashers Angelus Apatrida zijn aan hun vierde album toe. Wat mogen we van een moderne thrash-act als deze verwachten? Meegaand met de heersende trend horen we dat ze in ieder geval rap genoeg hun complexe riffs afwisselen. Is dit om de aandacht van de luisteraar er bij te houden of om af te leiden van het potentiële feit dat ze weinig nieuws onder de Mediterraanse zon brengen? Meer het eerste dan het tweede is het antwoord. En aandacht is wel degelijk nodig, zoniet laten ze je in het stof achter terwijl je hen valselijk beschuldigt van robotische techniek ten koste van gevoel.


Laat het gezegd zijn: ze brengen een bijzonder sappig en bevredigend allegaartje van verscheidene regionale stijlen. Overeenkomend met bands als Slayer, Megadeth, Kreator, Overkill, etc. En als we naar de nieuwere bands kijken ook wel een beetje Revocation. Terwijl gitarist-vocalist Guillermo Izquierdo schuimlippend zijn gal spuwt en drummer Victor Valera zijn stel afranselt, nemen ze hun publiek serieus. In tegenstelling tot wat het bijzonder dorstlessend feestnummertje “Fresh Pleasure” zou doen vermoeden, zien ze metalheads niet louter als kwijlende, stuiterende idioten.

Er is weliswaar niet veel evolutie ten opzichte van hun vorige albums. Ze zijn misschien wat technischer geworden. Voor de rest is dit gewoon een verderzetting van de stijl die ze zichzelf aangemeten hebben. Een cynicus zou kunnen zeggen dat elke (thrash) metal riff zo al een beetje uitgevonden geweest is, maar de vingervlugge variatie, het pompende tempo, de interessante structuur en de medogenloze, doch vakkundige uitvoering zorgen er voor dat we thrash als deze met een ‘h’ gaan schrijven. Een leuze van toepasing: “if it’s not broken, don’t fix it”.