Enkel haar een pluim geven zou echter oneerlijk zijn tegenover haar metgezellen: allemaal, stuk voor stuk, geslaagde muzikanten. De hyperkinetische drum van Simon McKay en de atypische riffs, soms reminiscent aan een hardere Opeth, van Danny Marino geven hen samen met de cleane zang een progressief accent. Deze bonte bende zorgt in ieder geval voor compacte –zoniet, samengeperste- muziek. Net als hun vorige plaat “Lullabies for the Dormant Mind” kan het aanvankelijk allemaal wat druk lijken. Het voordeel echter is dat je het vlug doorhebt. Voor je het weet verlies je jezelf helemaal in deze progressive metalcore-overdrive. En dat is alvast niet minder waar op latere tracks in het album waar het geheel, afhankelijk van de gril, kan ontsporen in jazz of een hysterisch schreeuwende doodstrijd.
Ze zijn weliswaar niet overlijk technisch. Een minpuntje is dat het soms lijkt alsof de gitaren plaats moeten maken voor de vocalen wat leidt tot een bepaalde melodische gereserveerdheid en/of ritmische rigiditeit. Vooral wanneer je de solo op het eerste nummer gehoord hebt zul je het jammer vinden dat er op de rest van de plaat niet wat meer staan. Hoe dan ook, The Agonist blijft een adequate band die zich niet overgeeft aan de ergste clichés van het genre en althans enige moeite doet om origineel uit de hoek te komen.