Ploezerock 2011 review

Fotoverslagen:Andere
  levi deluycker    19 juli 2011

Ploezerock is een klein festival te Vichte dat zijn publiek een variëteit van coverbands aanbiedt. Dit jaar kon het festival toch wel rekenen op 700-800 man. Ook wel interessant was het podium dat bestond uit één centraal podium en waarvan aan de zijkanten  twee kleinere, licht hogere podia staan. Leuk om te zien als een band daar gebruik van maakt. Hieronder kan je de review lezen van de concerten.


nationThe nation: The nation neemt niet het voorbeeld van één bepaalde band, maar maakt covers van allerhande liedjes. Wij waren echter net te laat om de heren nog live te aanschouwen.

 

 

sparklin pistolSparkling Pistols:  De Sex pistols was een band die van keet schoppen een tweede beroep maakte en op hun concerten nogal eens over de schreef ging. Een spektakel was het dus meestal. Spijtig genoeg kunnen we niet hetzelfde zeggen over de Sparkling Pistols. Ik denk dat we wel mogen spreken van een statisch concert. *geeuw*. Muzikaal was het wel snor alhoewel ik vocaal ook niet zoveel Johnny Rotten er in hoorde. Spijtige zaak.

 

 fourFour Fighters:  Goede timing van Ploezerock om een coverband van de Foo Fighters te laten spelen. De jongens hebben net een nieuw album uit, en deze Four Fighter kunnen dus ook mee profiteren van de media aandacht  die hun voorbeelden genieten. En de jongens hadden er plezier in. Dat droop er wel vanaf. Ook de stem van de zanger/gitarist kwam sterk in de buurt van Dave Grohl.

 

 

 

 

iron maidnemIron Maidnem:  Het was wel overduidelijk aan de mensen die de plek voor het podium inpalmden. De meeste mensen kwamen voor de Iron Maiden coverband, Iron Maidnem. Vanzelfsprekend kwamen alle hits aan bod,  The evil that men do, Run to the hills, the number of the beast,… En natuurlijk werden ze allemaal uit volle borst meegezongen.  De stem van hun frontman was 2 druppels water die van Bruce Dickinson. Wat we voorgeschoteld kregen was een heel energiek concert waar er veel gebruik gemaakt werd van de twee zijpodia.

 

 

Foto’s: Stan D’haene